Trueblues.nl

 

FOR KEEP THE RAINFORESTS

 

 

 

https://javapost.nl    Verhalen over voormalig Nederlands Indie

http://julieallebewijzen.blogspot.nl/2013/02/zenuwzwakte-en-racisme-in-de-voormalig.html\

kik op de links voor volledig met foto's.                                                                                                         

 

Julie, een Indisch meisje

Julie werd in 1920 op Java geboren. Julie leidde van 30-4-1942 tot 18-10-1945 op het door de Japanners bezette Java een zwervend bestaan als 'buitenkamper'. Vanwege verzetswerk gearresteerd, mishandeld, gechanteerd en daarna als slaaf en spionne ingezet door de Kempeitai zou Julie haar kinderen jarenlang niet zien. Vanaf 18 oktober 1945 verbleef Julie in een gevangenis tot eind april 1946. In oktober 1946 vlucht Julie naar Nederland. Voorjaar 2018 verschijnen de twee boeken.

[Boyolali en Julie, een Indisch meisje eind 2017 of begin 2018]

Zenuwzwakte en racisme en Ferdinand wordt verliefd op Charlotte in Nederlands-Indië


‘Zo leuk was het allemaal heus niet geweest’ hierbij doelde Julie op de grote groepen oud-Indiëgangers en Indo’s die na de tweede wereldoorlog dus vanaf 1945 naar Nederland waren gekomen, en die volgens Julie aan‘verheerlijking’ deden. De geschiedenis van Julie is door haar relativerende geslotenheid en stille verdriet incompleet. De foto’s en andere afbeeldingen uit het oude Nederlands-Indië zijn ‘momentopnamen’ van een tijd die al weer lang achter ons ligt. Beelden van grote huizen met ruime terrassen omgeven door tropische planten. Met poserende volwassen en kinderen in tropenkleding met soms een aantal inlandse bedienden die zijdelings op de foto staan en wat onzeker kijken. 

Julie had een blanke grootmoeder en grootvader van de kant van haar vader. Het enige kind van haar grootouders was haar blanke vader. Julie had een vader die in Soerabaya op Haagse wijze werd opgevoed en naar de Hollandse lagere school en de Hollandse HBS beiden in Soerabaya werd gestuurd. Als hij na school naar huis kwam was er zijn lieve baboe die hem als kind jaren lang waste en naar bed bracht. En hem fijne hapjes toestopte die zijn moeder verbood. De lieve en warme baboe was zo anders als zijn strenge en afstandelijke moeder. De baboe van Ferdinand kon lief troosten. 

Toen Ferdinand ver van zijn moeder en baboe aan zijn eerste baan begon als negentien jarige assistent-machinist op een suikerfabriek in Poerworedjo werd hij al snel verliefd op de vier jaar oudere Charlotte. Een halfbloed meisje met de warme melancholische maar troostende uitstraling van zijn baboe en die net zo accentloos Nederlands sprak als zijn moeder. 

Twee maanden na de geboorte van hun eerste kindje Julie, trouwden zij heimelijk en zonder groot feest in het huis van de assistent-resident niet ver van het station van Jenar. De moeder van Ferdinand was niet aanwezig, zij was woedend en diep verdrietig geweest. Haar énig kind was gevallen voor een meisje uit de lagere rangen. Dat gaf toch geen stand, en wat zou men in Holland wel niet denken.  
Die mooie oude Tempo Doeloe beelden die in menig boek over het oude Indië te vinden zijn en zo gekoesterd worden. Beelden die zelden de kleine en grote waarheden aan het licht brengen rond de discriminerende en racistische opvattingen en de daarbij bedachte wetten die de koloniale overheersers de inlandse bevolking oplegde. 

Er waren drie soorten wetten: Voor de Inlanders,  voor de nieuwe ‘tussenlaag’ die Indo’s werden genoemd en voor de Europeanen c.q. Nederlanders. De rechtspositie van de Indo’s zou pas vanaf 1898 enigszins verbeterd worden. Vanaf de VOC periode begin 1600 werden er al gemengdbloedige kinderen geboren o.a. door het grote gebrek aan blanke vrouwen. In een later stadium zouden deze kinderen zich weer mengen met andere halfbloed kinderen of anders met een Hollander of een inlander. 

Het Indo zijn komt dus voor in vele varianten. Julie werd geboren uit een blanke vader en een halfbloed moeder maar zag er desondanks zeer Indisch uit. Al jong werd haar voorgehouden dat zij ‘anders’ was en zich vooral zeer Hollands diende te gedragen. Door haar zeer Indische uitstraling kon Julie zich tijdens de Japanse bezetting relatief onopvallend in verschillende steden op Java min of meer schuil houden. Eenmaal in Nederland aangekomen eind 1946 werd Julie er bijna dagelijks aan herinnerd dat zij Indisch was, dus anders. Of zij Nederlands sprak (begreep) en kon schrijven werd haar vaak gevraagd. 
Het verhaal rond Julie noteren is als een dwaaltocht door een ver verleden waarin kleine en grote gebeurtenissen voortdurend nieuwe consequenties lijken te hebben, niet in het minst voor het opslagvermogen in het DNA van Julie en haar kinderen en kleinkinderen. Ouderwetse uitspraken zoals ‘je neemt er wat van mee’ of ‘je houd er wat aan over’ krijgen weer betekenis. Julie en haar nakomelingen komen immers voort uit gemengde relaties. De moeder van Julie heet Charlotte Deuning en háár moeder was een Javaanse uit de kraton van Yogyakarta en geboren rond 1855. Bezien met de toenmalige westerse ideeën over de ‘Inlanders’ moet mijn overgrootmoeder primitief, infantiel en ook ‘niet goed snik’ zijn geweest. 

De in Solo (Soeracarta) geboren overgrootvader van Julie, Casper F. Deuning (1841) was ook niet helemaal van het zuiverste bloed en zou daardoor niet op kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder om bijvoorbeeld hoofdambtenaar te worden. Hij bracht het tot administrateur van de Suiker Fabriek Tjokro Toeloong in de buurt van Klaten. De beste posities waren immers gereserveerd voor Hollanders met 100% Nederlands bloed.
De Rotterdamse verfhandelaar Hendrik Tollens schreef in 1816 een prijswinnend en later tot volkslied verheven gedicht:
Wien Neêrlands bloed in d’âd’ren vloeit,
Van vreemde smetten vrij,
Dat  was duidelijke taal en sloot zo mooi aan op de goedburgerlijkeopvattingen ter bescherming van de geldende normen en waarden om het anders zijn (dus geen Hollander) en afwijkend gedrag tot infantiel, ziek of ongewenst te verklaren. Een zienswijze die ook naar Nederlands-Indië werd geïmporteerd (en ook heden nog op nieuwkomers in Nederland als etiket wordt geplakt). 

Dat je door een verblijf in Nederlands-Indië enorm zou veranderen en ook de tropenkolder kon oplopen of ‘zenuwziek’ kon worden blijkt wel uit een artikel in de toenmalig veel gelezen “De Gids”. In het magazine verscheen in 1888 een artikel van de arts Th. Swart Abrahamsz. over Eduard Douwes Dekker. Toen al zeer bekend onder zijn pseudoniem Multatuli en schrijver van o.a. het veel gelezen boek Max Havelaar. Een geromantiseerde aanklacht tegen de uitbuiting van de Javaanse landarbeiders maar ook een aanklacht tegen de toenmalige politieke keuzes. 

Het is niet bekend of Dr. Swart Abrahamsz ooit in Nederlands-indië is geweest maar Swart Abrahamsz dacht aan te kunnen tonen dat Dekker behoorlijk ziek(er) was geworden vanwege zijn verblijf in de ‘West’. Lees eens aantal passages mee uit een van de vele lezenswaardige ‘opstellen’ van de letterkundige Jean Koene* die geven een goed beeld van de polemieken geschreven na het overlijden in 1887 van Multatuli. Het opstel uit 1997 is getiteld; ‘Een hooggewaardeerde zenuwlijder’
‘eene ziektegeschiedenis’
Na de dood van Multatuli, in 1887, werd het stilzwijgen doorbroken en barstte de kritiek los. De aanzet daartoe werd in 1888 gegeven door een neef van Multatuli, de arts Dr. Swart Abrahamsz. Die schreef in dat jaar een stuk in het tijdschrift De Gids, niet over het werk, maar over de persoonlijkheid van Multatuli. Met die persoonlijkheid bleek iets ernstigs aan de hand. Op grond van medische en ‘zielkundige’ analyse was Swart Abrahamsz tot de slotsom gekomen, dat Multatuli geestelijk niet in orde was en als gevolg daarvan niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor wat hij deed en schreef. 

Het resultaat van het onderzoek werd gepubliceerd in De Gids onder het veelzeggende opschrift: ‘Eene Ziektegeschiedenis’. Douwes Dekker leed — volgens de diagnose van Swart Abrahamsz — aan een zenuwziekte, die ten gevolge van zijn verblijf in Nederlands-Indië zeer ernstige vormen had aangenomen. 

Was hij in Nederland gebleven, dan zou de patiënt er minder slecht aan toe zijn geweest, want hier zouden ‘de eischen der Europeesche samenleving en voornamelijk de eisch van beroepskeuze’ een matigende uitwerking op zijn ziekte hebben gehad. Aan zijn verblijf in de tropen was het toe te schrijven, dat het met de zenuwlijder helemaal de verkeerde kant op ging. Het onderzoek dat Swart Abrahamsz had ingesteld, wees uit dat Douwes Dekker een ongevaarlijke neurasthenicus was. Doordat hij nogal tenger was uitgevallen, had de maatschappij niets van hem te vrezen. Heel anders zou het zijn geweest, als hij een atletisch type was geweest. In dat geval had men hem, in zijn eigen belang en in het belang van de maatschappij, moeten opsluiten in een krankzinnigengesticht of in een gevangenis.
Dr. Swart Abrahamsz had inderdaad bijzondere ideeën over geestesziektes die mede door het aanwezig zijn Indië versterkt zouden worden. Neem anders zijn opmerkingen over Chinezen in zijn artikel over Multatuli :
Opmerkenswaardig is het in elk geval, dat de breedgeschedelde (brachycephale) volken, zooals b.v. de Chineezen, een zeer weinig ontwikkeld voorstellingsvermogen hebben, bij groote intelligentie en krachtigen wil.
Dr. Swart Abrahamsz is nog niet helemaal klaar met Multatuli;
Voorts zijn er onzes inziens nog enige factoren, die schadelijk inwerken op het zenuwgestel van den Europeaan in Indië, en die ook bij Douwes Dekker hun invloed niet hebben gemist. In de eerste plaats werkt het klimaat verzwakkend. Is deze invloed al niet dadelijk merkbaar op het individu, dat zij op de progenituur nimmer geheel uitblijft, pleit ontegensprekelijk voor haar bestaan. Wij gelooven niet te veel te zeggen, door te beweren dat nakomelingen in het vierde geslacht van Europeanen - geheel onvermengd - in de tropen niet voorkomen. 

Waar het tegendeel verzekerd wordt is de bewering verdacht en niet te bewijzen en mocht het wèl het geval wezen, dan zijn de gevallen toch zeldzaam. Doch meestal is de schadelijke invloed wèl merkbaar bij het individu en mocht men zelf er ook niets van meenen te bespeuren, zoolang men in Indië is, dan komen de neurasthenische verschijnselen toch te voorschijn, zoodra men zich naar Europa verplaatst. Zoowel de bekende ‘apathie’ als de ‘irritabiliteit’ van onze Indische landgenooten zijn verschijnselen van zenuwverzwakking. 

Wie pas in Indië komt, herkent zijne landgenooten niet meer. Niet onaardig gaf Van Rijckevorsel den indruk, die zij op hem maakten weêr, door te zeggen, dat het hem voorkwam, als waren zij allen onder den verdoovenden invloed van morphine. Hij zou echter, bij nauwkeuriger observatie hebben ingezien, dat dit hoofdzakelijk geldt van de zoogenaamd hooggeplaatste ambtenaren, dat de ‘hommes satisfaits,’ - die in woorden en daden steeds blijken nimmer voldaan te zijn - veelal dit kenmerk vertoonen, maar dat er onder de jongeren en onder de lagergeplaatsten velen gevonden worden, die u voorkomen in een voortdurenden staat van zenuw opgewonden-heid te leven. 

Welnu, dat een zenuwstimulans onzen kalmen landaard geen minder beminnelijk aanschijn verleent, kan men aan het Indische leger waarnemen. Het Indische leger draagt een stempel, heeft een wijze van doen en laten, een bij de Hollandsche dapperheid en taaiheid gevoegd ‘élan’, dat men bij een Hollandsche troepenmacht niet zou zoeken.
Krankzinnig worden kwam ook in het oude Indië kwam regelmatig voor. Het Maleise woord amok is ook in Nederland jarenlang goed ‘ingeburgerd’ geweest. In het woordenboek staat: plotseling onbesuisd optreden, opschudding verwekken. Ofwel zomaar iemand aanvallen of willen vermoorden. Later kregen hele groeperingen de naam van amokmakers. De Nederlandse psychiaters in Indië die indertijd in de ‘krankzinnigenzorg’ werkten ontdekten ook andere ziektebeelden zoals ‘tropenkolder’ een tropische variant op de in Amerika 1869 ontdekte ziekte ‘neurasthenie’. Tropenkolder kon je krijgen door langdurig en eenzaam verblijf in de tropen. Neurasthenie behoort tot de somatoforme stoornissen. 

Men heeft dan lichamelijke klachten waar geen lichamelijke ziekte bij gevonden kan worden.  Tegenwoordig valt het onder de chronische vermoeidheid ziekten zoals fybromyalgie. Ziek worden in de tropen was toen ook al geen pretje. De diagnostiek was nog zeer beperkt evenals het aantal ‘behandelbare’ ziektebeelden. In de Javapost.nl schrijven Menne Bartelsman en Pieter Eckhardt een geslaagd artikel over vier psychiatrische syndromen die in Indië behandeld werden.
Voor de Europeanen waren er wel zorg voorzieningen maar voor de Indo’s en inlanders was dat een aanzienlijk minder of soms in het geheel niet. Hierbij speelde ook een rol of je een Nederlands Onderdaan was. Rond 1880 woonden er circa 60.000 Europeanen in de Indische archipel. Hoeveel Indo’s er werden geboren werd niet bijgehouden. Als een militair een syfilis  had opgelopen dan kon hij wel behandeld worden maar zijn Njai niet. 

Als de militair genezen werd verklaard dan was het advies om een nieuwe vrouw te zoeken snel gegeven. Inlandse vrouwen die syfilis hadden in de ‘sluimerstand’ gaven zonder dat zij het wisten de ziekte door aan hun nieuwe kinderen. Die werden dan ‘Tolol’ (dom, getikt). Maar er was verbetering op komst. Er klonken steeds meer protesten tegen de op uitbuiting gestoelde politiek en vanaf 1901 is het nieuwe beleid een feit.
Koningin Wilhelmina bepleit in 1901 tijdens haar troonrede de Ethische Politiek:
- Als Christelijke mogendheid is Nederland verplicht, in de Indische Archipel de rechtspositie der inlandse Christenen beter te regelen, aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verlenen en geheel het regeringsbeleid te doordringen van het besef dat Nederland tegenover de bevolking dezer gewesten een zedelijke roeping heeft te vervullen. In verband hiermee trekt de mindere welvaart der inlandse bevolking op Java mijn bijzondere aandacht. Ik wens naar de bijzondere oorzaken hiervan een onderzoek in te stellen. Aan bepalingen ter bescherming van de onder contract werkende koelies zal gestrengelijk de hand worden gehouden. Naar decentralisatie van het bestuur zal gestreefd worden. De toestand op het noordelijk gedeelte van Sumatra zal, naar ik vertrouw, bij handhaving van het thans gevolgde stelsel tot algehele pacificatie leiden -.
Kritische geluiden waren er ook te horen vanuit Nederland maar ook uit de Europese gemeenschap in Indië. Men maakten zich zorgen over het opkomend nationalisme onder de inlanders. Stel dat zij allemaal goed onderwijs genieten! Dan zouden ‘zij’ zich wel eens tegen de Europeanen kunnen keren. De Fransen hadden ondertussen een ander systeem opgezet voor hun koloniën. ‘Meer welvaart onder de bevolking brengen door meer economische vrijheid’. Hierbij werd niet gekeken naar ras of afkomst. De Nederlanders waren echter niet van plan om deze aanpak over te nemen. Nog rond 1930 was meer dan 90% van de bevolking analfabeet. 

De nieuwgebouwde scholen werden wel steeds meer bevolkt door Indo’s. Waarvan het merendeel zich later ‘tegen’ de Nederlandse aanwezigheid zou keren. De zo geroemde Hollandse Koopmansgeest won het telkens opnieuw van de nieuwe inzichten op het gebied van de ontwikkeling van de psychologie en de Nederlandse onderwijs methoden die op de scholen in Indië werden gehanteerd gaven de Indo’s en de knappe inlandse kinderen die naar school mochten eveneens veel inzicht in de ‘geest’ van het Nederlandse denken. Het gezegde er zijn ‘kapers aan de kust’ werd goed uitgelegd in het kader van de wereldgeschiedenis. De ‘verovering’ van Indië werd als heldendaad aan de onschuldige kindertjes uitgelegd. De inlandse kindertjes leerden op hun Desaschool ook waar Hoogezand en Sappemeer lagen.
Er waren ook mensen die zich grote zorgen maakten over het gedrag van Nederland in Indië. Met name Nederlanders die Indië goed kenden en zonder racistische vooroordelen herhaaldelijk blijk gaven van de intelligentie onder de Javaanse bevolking. Een van hen was Dr. J. H. Abendanon. Jaques Henrij Abendanon was in 1852 in Suriname geboren in een joodse familie van vermoedelijk Portugees-Braziliaanse afkomst. In 1862 het zelfde jaar dat het tweede kabinet van Johann Rudolph Thorbecke was geïnstalleerd kwam Abandanon in Nederland aan. 

Het was ook het jaar dat Fukuzawa Yukichi in Nederland op bezoek was om kennis te maken met de zeden en gewoontes in Europa. Fukuzawa is later de oprichter geworden van de Keio School voor Nederlandse Studies die nu de huidige Keio Universiteit is genoemd. Abandanon is later rechter geworden in Batavia het huidige Jakarta. Door dit werk ontstond bij hem de overtuiging dat door verouderde voorschriften en rechtspreking er geen ‘recht’ aan de Javaanse bevolking werd gedaan. Abandanon bekritiseerde de misstanden en drong aan op gelijkwaardige behandeling van alle inwoners zonder onderscheid op huidskleur (Indo’s) of ras.  

Zijn vriendschap met Raden Mas Ismangoen Danoe Winoto die in latere jaren onderwijs inspecteur op Java was en met de eerste vrouwelijke inlandse die uitstekend Nederlands schrijvende Raden Adjeng Kartini zal Abandanon zeker beïnvloed hebben tijdens zijn werk na zijn benoeming tot directeur van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid in 1900. Na zijn pensionering bleef hij nog actief vanuit Nederland als publicist van vele artikelen en heeft op de achtergrond een zeer grote rol gespeeld bij de introductie van het onderwijs in de koloniën.
Nog in 1911 nam Jaques Abandanon deel aan de First Unversal Races Congress in Londen. Een van de initiatief nemers was Felix Adler oprichter van de Ethical Culture Movement  in Amerika. Als vertegenwoordigers van de Nederlandse Ethische Politiek was er een grote groep Nederlanders aanwezig. Wereldwijd was er belangstelling geweest voor dit eerste congres. Er was ook een  vertegenwoordiging uit Japan waaronder professoren van de Keio Universiteit uit Tokio en natuurlijk was er een ook vanuit Duitsland veel belangstelling. Japan en Duitsland hadden zo hun eigen ideeën over de verschillende rassen. Dat zou pas vele jaren later  blijken uit de Duitse plannen met de joden en zigeuners. 

Rond 1911 had Duitsland veel minder koloniën dan de Britten, Fransen of Nederland. Koloniën die Duitsland allen weer zou kwijt raken door het Verdrag van Versailles uit 1919. Japan had ook geen Koloniën van betekenis behalve dan Taiwan (Formosa) van 1895 tot 1945. De Amerikanen hadden het overigens in 1910 wel op een akkoordje gegooid met de Japanners. Uit zorg tegen de Russische invloed in Korea had Amerika er geen bezwaar tegen dat Japan Korea volledig zou annexeren. Als zij Filipijns Amerika dan maar met rust zouden laten. Japan en Duitsland hebben vanaf 1930 getracht hun achtergestelde positie in te halen wat uiteindelijk zou leiden tot de tweede grote wereldoorlog van 1940 tot 1945.
Hoeveel Indo’s ofwel gemengdbloedigen er indertijd zijn achtergebleven in het huidige Indonesië is niet precies bekend. Er wordt hier en daar geschreven over enige miljoenen. Velen onder hen zullen zich niet (meer) bewust zijn geweest van hun westerse roots of waren al dusdanig in de Indonesische maatschappij geïntegreerd dat zij geen aanleiding of mogelijkheid zagen om zich alsnog Nederlander te willen voelen. Na de nationalistische oproer periode de Bersiap-periode in 1945 en nog tientallen jaren daarna was het in Indonesië ‘not done’ en zelfs levensbedreigend om je voor je voor te laten staan op gedeeltelijke blanke afkomst. 

In Nederland wonen momenteel circa 1,2 miljoen nakomelingen van wie beide ouders of grootouders of een van hen in een van de voormalige Nederlandse koloniën zijn geboren. Een steeds grotere groep van deze nakomelingen wil weten waar zij vandaan komen en wil begrijpen waarom hun ouders of grootouders zo zwijgzaam en weemoedig waren. Of soms zo onvoorstelbaar boos. 

Na de tweede wereldoorlog zijn er circa 350.000 grote en kleine mensen uit het voormalige Nederlands Indië ‘gerepatrieerd’. De hieruit voortgekomen bevolkingsgroep wordt wel de eerste generatie van de ‘succesvolle integratie van  buitenlanders’ in Nederland genoemd. Ook in Indonesië was men trots op de succesvolle integratie van de Indo’s die zelfs hun Hollandse namen veranderden. 
 angst voor vroegtijdige paring in Indië


Jeanne van der Steur-Heyligers en haar schoondochter Charlotte van der Steur-Deuning
Pa van der Steur met 8 Indo jongens rond 1906 - 
Uiteindelijk zou Pa van der Steur rond de 7000 veelal uit  gemengde 
relaties geboren kinderen in zijn opvanghuizen opnemen
kweekschool voor Inlandse onderwijzers
Hollandse meisjesschool in Indië
Een Desaschool in Indië 
Hollandse mannen na het zware werk in Indië
Dr. Swart Abrahamsz en Multatuli (Douwes Dekker)


Een ambulance in Indië
Behandel ruimte in een psychiatrisch ziekenhuis Indië
 De Herenafdeling van een ziekenhuis op Java
De Damesafdeling van een ziekenhuis op Java
Een groepje tennisspelers in een krankzinnigengesticht op Java
Inlandse patiënten in een ziekenhuis op Java aan de middagmaaltijd  

Tijdens de oorlogen op Sumatra/Atjeh vochten er behalve Inlanders ook speciaal 
uit West Afrika gecontracteerde soldaten mee. 
Het merendeel woonde in Poerworedjo en huwden veelal met Inlandse vrouwen.
Geplaatst door William Deymann   
Dit e-mailenDit bloggen!Delen op TwitterDelen op FacebookDelen op Pinterest
Labels: Andere tijden, Anoek Steketee, Bandoeng 1942, Bandung, Batavia, Bersiap, Charlotte Deuning, Deetje Heijligers, Delanggu,dissociatieve amnesie, javapost.nl, Juliet Nanlohy, karbouwen, Mona Banister, Semarang

Geen opmerkingen:

Een reactie plaatsen

Nieuwer berichtOuder berichtHomepage
Abonneren op: Reacties plaatsen (Atom)

Begin met dit artikel klik op de spekoek

[Begin met dit artikel klik op de spekoek]
Dit blog is samengesteld zoals een spekkoek bereid wordt. Spekkoek wordt opgebouwd in laagjes met allerlei verschillende ingrediënten en op smaak gemaakt met Indische kruiderijen. Indo's zijn ook een beetje op die manier samengesteld.

Lezers

133,272

Over Julie en William

[Mijn foto]

William Deymann
De boeken over Juliette Caroline van der Steur en haar voorouders zijn een studie, een zoektocht. Een zoektocht naar de mechanismen van overleven, ontkenning, verdringing en zoete herinneringen die het telkens weer willen winnen van de groeipijnen, doorstane angsten, honger, afwijzing, vernederingen.

Mijn volledige profiel weergeven

Blogarchief

►  2017 (2)
►  2016 (6)
►  2015 (1)
►  2014 (3)
▼  2013 (63)< >►  september (6)▼  februari (27)Over verdringing en ontkenning - Julie met Freud e...Zenuwzwakte en racisme en Ferdinand wordt verliefd...Oost-Indisch doof en collectief geheugenverlies in...1920 - 1930 - Julie groeit op 11930 - 1932 Julie groeit op 21932 - 1936 Julie groeit op 31935 - 1938 Julie groeit op 41938 Julie wordt 18 en verhuisde naar Jakarta en ...1939 - Julie, van Batavia naar Soerabaya1939 - Julie verhuisd van Batavia naar Soerabaya1939 - 1940 Julie ontmoet William in Soerabaya1940 Soerabaya 1 - Julie en William en hun eerste ...1940 – 1942 Deel 2 - Soerabaya, Julie wordt weer m...1942 Soerabaya 9 februari - Julie en de Waringin b...1942 wordt 2602 - De Showa van Keizer Hirohito "ee...1942 - 1996 Mata Hari in Bandoeng en een moeizaam...1942 - Bandoeng najaar 1942 - Julie; 'Ik had iets ...1942 Kerstmis in Bandoeng, Calcutta en San Remo 19...1943 - Bandoeng voorjaar 1943-deel 2 - Julie verla...1943 - Voorjaar 1943 deel 3 - op de vlucht1943 deel 4 - de witte vlag met de rode bal1943 deel 5 - van Bandoeng naar Cirebon1944 deel 6 - van Cirebon naar Batavia1945 Batavia - onderduiken, kersenbloesem en de bo...1945 - Bersiap, Beriberi en Boei Lama gevangenis t...1945 – 2012 : Bersiap-Merdeka-Revolusi Sosial: de ...1946 - herstellen, verzamelen en vertrek naar Nede...►  januari (30)

Contact informatie

Wil je reageren, heb je vragen over de bronnen of heb je aanvullende informatie? Komentar atau pertanyaan? Would you like to react?allebewijzen@gmail.com

over ontkenning, verdringing, racisme en relativering

[over ontkenning, verdringing, racisme en relativering]
De bijna spreekwoordelijke 'Indische zwijgzaamheid' riep veel onbeantwoorde vragen op bij hun nakomelingen. Julie was ook zeer zwijgzaam over haar Indische achtergrond en niet zo 'Tempo Doeloe'. De pijn, het verlies en de opgelopen trauma's moesten kennelijk zo veel mogelijk onderdrukt worden. Welke trauma's en welke pijn? Of was het (collectieve) schaamte over wat mensen elkaar aan kunnen doen die Julie deed zwijgen.

Boom des levens

[Boom des levens]  
De Prambanan tempel vlak bij Klaten. Julie groeide op tussen de vele tempelcomplexen en de overal zichtbare vulkanen. De vele afbeeldingen op de tempels speelden later een belangrijke rol in het artistieke werk van Julie. Julie was niet zo 'Tempo Doeloe'. Waar zij naar terug verlangde was de exotische en spirituele natuur in de omgeving waar zij was opgegroeid.

1728 - Aankomst in Batavia

[1728 - Aankomst in Batavia]
Op 29 november 1728 zette Michiel Doningh uit het Duitse Anspach voor het eerst voet aan wal op de kade van de haven van Batavia. Michiel was in dienst bij het VOC als soldaat. Hij zou nooit meer naar Nederland en Duitsland terugkeren. In 1741 kon hij ontslag nemen en werd ‘Vrijburger’. Hij zou zich vestigen in Soeracarta, het huidige Solo en is vermoedelijk de stamvader van de Deunings op Java. Honderd jaar later zou de grootvader van Julie geboren Casper Frederik Deuning. Hij was de vader van Julie’s moeder Charlotte die in 1921 met Ferdinand van der Steur zou trouwen.

Djeminem de vrouw van Casper Frederik Deuning overleed in 1898

[Djeminem de vrouw van Casper Frederik Deuning overleed in 1898]
Casper Frederik Deuning werd geboren op 30-04-1842 in Soerakarta (Solo) en begon een relatie met Raden Adjoe Sinem Istri Kamidjojo of heette zij eigenlijk Djeminem Kamidjojo en ging zij zich Raden Adjoe noemen nadat zij met Casper kinderen kreeg? Casper en Djeminem woonden vele jaren op het terrein van Suiker Fabriek Tjokro Toeloeng in de buurt van Klaten (Solo). Charlotte was hun 14de kind en de moeder van Julie. Het fotoportretje is gevonden in de map van Julie en ondertussen is gebleken dat de vrouw op de foto vermoedelijk niet Djeminem is.

J. C.E. (Jeanne) Heijligers

[J. C.E. (Jeanne) Heijligers]
Jeanne is de in Antwerpen geboren moeder van Ferdinand van der Steur de grootmoeder van Julie en haar in 1922 geboren broer Boy (Gerard)

Charlotte Deuning 1918

[Charlotte Deuning 1918]
Charlotte, de moeder van Julie. Zij zou in 1921 met Ferdinand trouwen. In 1937 zijn zij formeel gescheiden. Vanaf dat jaar woonde Charlotte samen met F. de Block. Directeur van 'Wasscherij De Hollandsche' aan de Merdikaweg 10 in Bandoeng.

Charlotte Deuning 1947

[Charlotte Deuning 1947]  
1947 een foto van Charlotte Deuning na aankomst in Nederland. Ondanks de opwekkende nieuwsbeelden van de Nederlandse Persdienst op Java in 1946. Was de situatie ook voor Charlotte zeer gevaarlijk geweest. Haar woning in Bandoeng was in brand gestoken en zij had net zoals Julie al haar bezittingen verloren.

Adriaan Hendrik van der Steur

[Adriaan Hendrik van der Steur]  
Adriaan leefde van 1868 tot 1914. Hij trouwde in 1899 met Joanna die zich Jeanne liet noemen. Hij was stuurman op een opiumjager. Hij werd verschillende keren in het ziekenhuis van Lawang 'opgenomen' vanwege 'zenuw' problemen. In 1907 werd hun huwelijk ontbonden.

Ferdinand Pieter van der Steur

[Ferdinand Pieter van der Steur]
1971 Ferdinand was de enige zoon van Joanna van der Steur. Julie heeft haar vader voor het laatst in 1937 gezien.Ferdinand was inmiddels 71 jaar oud en woonde in Bogota. Jullie zou deze foto voor het eerst in 1998 onder ogen krijgen.

1920 - Julie groeit op en zal in 1940 trouwen.

[1920 - Julie groeit op en zal in 1940 trouwen.]  
Julie in de armen van moeder Charlotte. Een leven wat begint op Java. Een jeugd waarin Julie al vroeg kennis maakt met de vanuit Nederland opgelegde ongelijkheid en het als 'normaal' ervaren koloniale racisme. Julie maakt echter ook kennis met de gevolgen van de 'beurs crash 1929' die ook op Java zeer voelbaar was en waardoor het gezin van haar ouders uiteen zou vallen.

Julie circa 1926

[Julie circa 1926]  
Julie is het tweede kind van links. Achter haar staat vermoedelijk Cecile Deuning en voor haar Boy. En de allerkleinste zou dat Liesje Deuning niet zijn? Krontjong muziek mocht eigenlijk niet als je van 'stand' was. Wel de opera muziek van Nellie Melba en de pianolessen die Julie volgde. Toch hield zij ook van Krontjong klik op de foto en luister. De enige broer van Julie. Julie's broer Boy zou later aan de Birma spoorlijn te werk gesteld worden door de Japanse bezetters.

1928 Julie en Boy

[1928 Julie en Boy]
Julie en Boy poseren gewillig voor de camera. Vermoedelijk omdat zij beiden naar school zouden gaan. Julie naar de 1e klas.

Indisch leesplankje

[Indisch leesplankje]
Julie had een ander type leesplankje op school dan de kinderen in het verre Holland. Rangen en standen in Indië werden daar alvast goed afgebeeld. De enige 'Javamens' op dit plankje is de Baboe. In de laatste maanden van haar leven verlangde Julie enorm naar haar eigen toenmalige Baboe. Het woordje K.N.I.L. zal zij zeker ook wel eens gelegd hebben. Kijk anders via een muisklik naar wat KNIL betekende in Ned.Indië

Julie en Boy Bandoeng 1932

[Julie en Boy Bandoeng 1932]
1932 Julie en Boy gaan in dat jaar in Bandoeng op school. Hun vader Ferdinand is inmiddels naar de Filipijnen vertrokken. Door op de foto te klikken kan men even een kijkje nemen in Bandoeng

Julie 1939 Batavia

[Julie 1939 Batavia]  
Door op de foto te klikken wordt men door gelinkt naar een steeds groeiende foto collectie rond het leven van Julie

Trouwfoto van Julie 1940

[Trouwfoto van Julie 1940]
Soerabaja 1939. Julie werkte toen in Restaurant Royal met Bart Groenewoud onder de naam Mona Banister. Zij zong veel liedjes van Elsie Carlisle. Ondanks of misschien vanwege de oorlogsdreiging was Soerbaja een swingende marinestad. Zij ontmoet Will Dobson. Julie trouwde met haar eerste echtgenoot W.C. Dobson rond 1940. In februari 1942 vertrok hij naar Australië vanwege zijn vliegeniers opleiding. Hij zou in 1944 boven England omkomen door een botsing met een andere bommenwerper. Julie hoorde dit nieuws in december 1946 toen zij net in Nederland was aangekomen.

1915 - 1944 William Caistor Dobson

[1915 - 1944 William Caistor Dobson]  
In februari 1942 vertrok William naar Australië. Julie en haar kinderen zouden hem nooit meer terug zien

Pa van der Steur

[Pa van der Steur]
Johannes van der Steur is een oom van Julie en haar broer Boy. In 1935 werd Boy door moeder Charlotte naar het kindertehuis van Pa gebracht en zou daar tot 1942 verblijven. Klik op de foto om meer te lezen over Pa..

Adolf Hitler

[Adolf Hitler]
Adolf Hitler was staatshoofd en dictator van Duitsland tussen 1934 en 1945. Zijn extreem racistische denkbeelden hebben ook invloed in Nederland en Nederlands-Indië gehad. Samen met Hirohito zouden beide mede verantwoordelijk worden voor de dood van tientallen miljoenen grote en kleine mensen. De vader van Julie (F.P. van der Steur) werkte tijdens de oorlogsjaren in India voor de Britse oorlogsindustrie en zou niet naar Indië of Nederland terug keren. Julie moest Indië verlaten in 1946. Zij ontmoette Anton in het zich herstellende Amsterdam. Beide hebben de oorlog zeer verschillend ervaren en met grote moeite kunnen verwerken in een gezin met 14 opgroeiende kinderen.

1941 Hirohito - Keizer, Godheid

[1941 Hirohito - Keizer, Godheid]  
In december 1941 verklaart Koningin Wilhelmina de oorlog aan Japan. Julie ziet de eerste Japanners begin maart 1942 in Soerabaya aan komen. Japan was sinds haar openstelling tot de wereld in de 19e eeuw een sterk geïndustrialiseerd land geworden, geregeerd door het leger en een keizer die als godheid werd beschouwd. De rol van de keizer in de oorlog is onduidelijk en omstreden. Formeel was het kabinet verantwoordelijk voor de agressieve en vaak misdadige Japanse politiek. Aan de andere kant was de keizer wel, meestal stilzwijgend, aanwezig bij belangrijke discussies en beslissingen over zaken als oorlog en vrede.

1944-1945 Hongersnood op Java

[1944-1945 Hongersnood op Java]
Gedurende de Japanse bezetting 1942-1945 zijn er meer dan twee miljoen doden te betreuren vanwege grote hongersnood. Java behoorde toen nog tot Nederland.

1945 -1946 Bersiap-periode

[1945 -1946 Bersiap-periode]
De Bersiap-periode was een gewelddadige periode in de Indonesische geschiedenis die duurde van ongeveer oktober 1945 tot begin 1946. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 ontstond een gezagsvacuüm in het toenmalige Nederlands-Indië. Politieke activisten grepen de kans om de koloniale banden met Nederland te verbreken en op 17 augustus 1945 werd de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen door Soekarno en Hatta. In feite werd Soekarno ontvoerd door deze activisten (meest studenten) en in zijn huis op Pegangsaan Oost met succes onder pressie gezet om de Republik Indonesia uit te roepen. De voorbereidingen voor het uitroepen van de R.I. waren uiteraard al veel eerder begonnen. Vrijwel alle politieke partijen in "Indië" (de PNI, de PKI, de Parindra enz) wensten geen terugkeer van het Nederlandse bewind.

1946 - 2001 Nederland

[1946 - 2001 Nederland]
Eenmaal in het kille Nederland aangekomen met haar twee kinderen en moeder zou er in de eerste periode weinig tijd zijn voor verwerking van haar ervaringen. In 1969 zou haar veertiende kind geboren worden. In de jaren '70 kwam er een terugslag. De pijn en verdriet over het onverwerkte verleden kwam naar boven.

1945 - Gaarkeuken in Amsterdam

[1945 - Gaarkeuken in Amsterdam]
Anton en Julie hebben tussen 1942 en 1946 op verschillende continenten langdurige hongersnood meegemaakt en door omstandigheden hun toenmalige gezinnen niet voldoende kunnen verzorgen. Julie wilde er over zwijgen en Anton raakte er lang niet over uit gesproken.

1952 Julie en Anton

[1952 Julie en Anton]  
Julie en Anton haar echtgenoot op een feestje in 1952. Julie maakte bijna al haar kleding zelf. En 'Een Heitje Voor Een Karweitje' werd geïntroduceerd. Klik op de foto en kijk naar beelden uit Amsterdam 1952.

1956 Jongens portret

[1956 Jongens portret]  
Het olieverf jongens portretje op hardboard geschilderd was een oefenwerkje van Julie uit 1956 en beeld tevens de auteur van dit blog af.

Kerstmis 1963 - Kerstmis 2013

[Kerstmis 1963 - Kerstmis 2013]
De onderzoeken naar het verleden van Julie zijn nog niet afgerond. Telkens duiken er nieuwe feiten en jeugdherinneringen op. In 1963 voelde Julie zich eindelijk opgenomen in de Hollandse maatschappij. Klik met je muis op de foto en lees verder.

1967 Anton en Julie

[1967 Anton en Julie]
Anton en Julie hebben elkaar in 1947 ontmoet. Nadat de laatste kinderen uit huis gingen bleek dat zij steeds verder uit elkaar waren gegroeid. Zij zijn in 1992 gescheiden. Julie vertrok alleen naar San Remo. Anton was hovenier en hield van bloemen en planten en als hij een goed humeur had dan zong hij vaak oude liedjes. Zoals van Louis Davids. Klik maar op de foto...

1970 Julie met laatste baby

[1970 Julie met laatste baby]
De laatste baby is in 1969 onder moeilijke omstandigheden geboren. Julie moest voor het eerst tijdens een zwangerschap meer dan twee maanden in een ziekenhuis verblijven ter observatie.

1996 Julie met fles

[1996 Julie met fles]  
1996 Julie las graag op haar terrasje in San Remo.

Julie 1997

[Julie 1997]  
De laatste 9 jaar van haar leven woonde Julie in San Remo, Italië. Zij las toen veel boeken van met name Sigmund Freud, Carl Jung en Krishnamurti. Zij woonde samen met haar vriend Carlo Maglitto.

1930 Tine gaat naar Pa van der Steur

[1930 Tine gaat naar Pa van der Steur]  
- Kleine Tine staat naast Soelinah. In haar linkerhand heeft Soelinah een kleine handtas met daarin haar laatste centen om Hassan, de dorpsfotograaf te betalen. Haar rechterhand houd voorzichtig een witte zakdoek vast met daarin een paar blonde lokjes van Tine, haar kind. De enige tastbare herinnering als ze Tine vanavond zal achterlaten in het Tehuis van Pa van der Steur in Magelang - . Julie heeft haar oom Pa van der Steur goed gekend. De broer van Julie heeft vele jaren in het instituut van Pa van der Steur gewoond.

Achterblijvers

[Achterblijvers]  
Hoe ging het met de Indo weeskinderen die hun ouders in de kampen hadden verloren? Werden die keurig gerepatrieerd? Of moesten die het zelf maar uitzoeken? Op de foto uit 1949 is H. circa 6 jaar oud en woont hij in Soerabaja. "Ik ben een geboren eenzaam mens" zong Dorus in de jaren vijftig. Zo waren er wel meer! Volg de link van H. en als je ook op de Cannalaan in Soerabaja hebt gewoond meld je dan bij het jochie op de foto.

Spijtoptanten en achterblijvers

[Spijtoptanten en achterblijvers]  
In Spijtoptanten en Achterblijvers beschrijven Boudie Rijkschroeff en Georgine Kwa de politieke en sociale voorgeschiedenis van de keuze voor het Indonesisch staatsbur­gerschap na de onafhankelijkheid van Indo­nesië, en de lotgevallen van hen die van die keuze spijt kregen.

Tjalie Robinson – Vincent Mahieu - Schrijver en Indo

[Tjalie Robinson – Vincent Mahieu - Schrijver en Indo]
1911 – 1974 Twee pseudoniemen van J. J. Th. Boon kind van een Nederlandse vader en een Engels/Javaanse moeder. Boon is geboren in Nijmegen en op Java opgeroeid.

Hella S. Haasse – Nederlands schrijfster

[Hella S. Haasse – Nederlands schrijfster]
1918 – 2011 Geboren in Batavia en ging naar school in Soerabaja – Den Haag – Bandoeng. Zij was een dochter van Nederlandse ouders maar voelde zich haar hele leven een Indische Nederlander

Pramoedya Ananta Toer – Indonesische schrijver

[Pramoedya Ananta Toer – Indonesische schrijver]  
1925 – 2006 Geboren in het Javaanse stadje Blora en schrijver van ruim veertig boeken. Hij kwam uit een Javaans onderwijzersgezin.

Mary Bruckel-Beiten

[Mary Bruckel-Beiten]  
Mary Bruckel, Bep Vuyk, Bep Stenger. Sterke vrouwen die niet bij de pakken neer zaten na aankomst in Nederland.

Bep Vuyk Schrijfster

[Bep Vuyk Schrijfster]  
Vuyk was, zoals veel meer anderen, in de ban van de bizarre tegenstellingen in zo’n kamp. De pogingen te overleven, de pogingen decorum te bewaren, maar ook de vuile streken, de strijd om een handje rijst, de roddels, het verraad en de ongekende taaiheid en vechtlust van vrijwel alle moeders.

Bep Stenger

[Bep Stenger]  
Julie (1920) heeft haar rol in het verzet altijd gerelativeerd. Zij zag het als 'elkaar helpen'. Toch heeft het haar na de verhoren door de militaire politie, de Kempeitai. Enige maanden gevangenisschap in Bandoeng opgeleverd. Bep Stenger (1922) werd op 13 maart 1943 gearresteerd. Zij verteld hierover op de website van het verzetsmuseum.org

Een onbetaalde rekening

[Een onbetaalde rekening]
Klik op die mannen en lees Peggy Stein: De jonge kinderen van toen raken van slag. De kinderen die de oorlog bewust hebben meegemaakt, de Bersiap, de oorlogstijd ná de Tweede Wereldoorlog, gingen gebukt onder discriminatie, uitputting, ondervoeding, paniek en dagelijkse dreiging, verlies van familieleden en/of vader en vooral onder geestelijk en fysiek geweld.

Opgegroeid in een land dat niet meer bestaat

[Opgegroeid in een land dat niet meer bestaat]
Mary-Ann Struijk Deuning is een achternichtje van grootmoeder Charlotte Deuning. Het prachtige boek bevat 50 persoonlijke portretten met herinneringen aan Nederlands-Indië. En is door Mary-Ann en Corinne Poleij prachtig vormgegeven Druk op de tekst om het boek te bestellen. Onderaan dit blog een grote foto van het boek. Even flink door scrollen dus.

Alfred Birney De tolk van Java

[Alfred Birney De tolk van Java]  
De Nederlandse samenleving behandelde voormalige landgenoten uit Indonesië hardvochtig. Ik zag mijn vader als een desperado die zich hier niet thuis voelde. Ik herinner me Indische kennissen van mijn ouders die op bezoek kwamen. Ze hadden iets verweesds over zich, iets verlatens. Het land waar zij opgroeiden en waarvan zij hielden ligt ver weg achter de horizon. Al leef ik nog altijd met duizenden vraagtekens, soms probeer ik het heel eenvoudig te houden: de Indonesiërs hebben iets gewonnen. Hun vrijheid. De mensen uit Nederlands-Indië hebben iets verloren. Hun land. We komen alleen verder in historisch onderzoek als we kennis hebben van hun perspectief. Dat perspectief heb ik in mijn boek willen schetsen: een in Nederlands-Indië geboren man die zowel tijdens als na de koloniale oorlog zijn identiteit kwijtraakte.

Jalan Raya Pos van Eric Kampherbeek

[Jalan Raya Pos van Eric Kampherbeek]  
Een 1000 kilometer lange weg die oost en west Java met elkaar verbindt, aangelegd door de Nederlander Daendels in 1808. De Jalan Raya Pos vormt de rode draad in dit fotoproject. Het gaat over alles wat er langs de koloniale route gebeurt, en over wie er woont, werkt of gewoon overheen reist. Klik op de foto om het prachtige boek te bestellen.

Opgegroeid in een land wat niet meer bestaat

[Opgegroeid in een land wat niet meer bestaat]  
Klik op de foto om het boek te bestellen.

Daar werd wat gruwelijks verricht

[Daar werd wat gruwelijks verricht]  
Reggie Baay schrijft de geschiedenis van de slavernij in Indië. Want het is een misverstand te denken dat de slavernij in de koloniën zich beperkte tot de West. En hoe komt het dat ons beeld van de mensenhandel zo vertekend is, alsof er geen echte slavernij bestond?

Enkele reis Indonesië

[Enkele reis Indonesië]  
Onlangs In één ruk uitgelezen, geweldig en aangrijpend boek van Hilde Janssen. Zeer leesbaar, ook als je geen Indo roots hebt. Vier Amsterdamse vrouwen die zich in 1947 in Indonesië vestigden terwijl 100.000den juist naar Nederland vluchten. Rond het boek is een uitstekende website gemaakt.

The Jakarta People's Militia and the Indonesian Revolution 1945-1949

[The Jakarta People's Militia and the Indonesian Revolution 1945-1949]  
Gangsters and Revolutionaries is the first in-depth study of one of the ‘people’s armies’ which emerged from the chaos at the close of World War II in Indonesia to join the struggle for Indonesian independence in 1945. It traces the story of the People’s Militia of Greater Jakarta from its origins as a loose network of petty criminals and labor bosses in the slums of urban Jakarta and the feudal estates of the surrounding countryside, to its destruction at the hands of the Indonesian army in the late 1940s.

Op zoek naar Doetje Dezentjé

[Op zoek naar Doetje Dezentjé]  
Het knappe van dit boek is dat Vervoort de lezer laconiek en terloops, soepel ingebed in de plot, veel vertelt over de naoorlogse jaren in de kolonie: over de politionele acties, de gruwelijke periode van de bersiap, waarin losgeslagen Indonesische jongelui in het wilde weg moorden en plunderden.' (John Jansen van Galen in Het Parool, 26-3-2015)

Album van de Indische poëzie

[Album van de Indische poëzie]
In deze bloemlezing krijgt de beeldvorming van Indië, vanaf de VOC-tijd tot heden, gestalte in gedichten, liedjes, cabaretteksten en in allerhande rijmelarij. Bijna alle bekende Nederlandse dichters, ook van wie je dat niet zou verwachten, hebben iets over Indië geschreven.

Weg uit Indië

[Weg uit Indië]  
‘Maar nu jullie verhaal,’ zei vader Albert. En ze vertelden het hem, over de honger, de appèls, de ziekten. Toen ze vertelden over de ziekte en de dood van Gré werd het Albert te veel. Hij zat met het hoofd in de handen en Hans hoorde een snik. Een maar. Daarna hernam hij zich. ‘En hoe zijn jullie uiteindelijk hier beland?’ vroeg hij. - Hans Vervoort schrijft met liefde en gevoel voor details - klik op de foto voor een recensie -

DE GAROEDA EN DE OOIEVAAR

[DE GAROEDA EN DE OOIEVAAR]  
Een prettig geschreven boek van J. Herman Burgers. Onderaan de link naar het KITLV is een link te vinden naar een PDF uitgave. Deze nieuwe beschrijving van het wordingsproces van de Indonesische staat gaat ervan uit, dat die staat zijn ontstaan niet alleen dankt aan de nationale vrijheidsbeweging maar ook aan de Nederlandse heerschappij waar die beweging zich tegen keerde. Daarom gaat het boek uitdrukkelijk in op voornaamste ontwikkelingen van het door Nederland in de kolonie Nederlands-Indië gevoerde beleid. Hier sluiten hoofdstukken op aan over de Indonesische nationale beweging en over de Japanse bezetting van de kolonie in 1942-1945.

1596 Aankomst in Indië en klik met je muis op de tekening

[1596 Aankomst in Indië en klik met je muis op de tekening]  
Cornelis de Houtman is de eerst afgevaardigde uit Nederland bij zijn aankomst in Banten. Enige jaren later zal de VOC zich vestigen.

Omroep.nl /Geschiedenis

[Omroep.nl /Geschiedenis]  
Vanaf de oprichting van de VOC in de zeventiende eeuw zijn de geschiedenissen van Indië en Nederland onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Boyolali

[Boyolali]
Op bezoek bij mijn Indische voorouders. Verschijnt begin 2018

Troostmeisjes - Comfort Woman

[Troostmeisjes - Comfort Woman]
Het fotoboek van Jan Banning bevat achttien portretten van Indonesische vrouwen die tijdens de tweede wereldoorlog tot prostitutie gedwongen werden door het Japanse leger.

Op klompen door de dessa - in twee talen

[Op klompen door de dessa - in twee talen]  
Ze werden uitgezonden om ‘rust, orde en veiligheid’ te brengen. Maar het kwam er op neer dat ze werden aangezet tot het uitbranden van kampongs en het uitvoeren van standrechtelijke executies. Wie weigerde te gaan, kwam in de gevangenis en was de familie tot schande. Het was een vaderlandsplicht, zoals een geïnterviewde zei. En meer dan dat: Ze werden door de kerk min of meer naar Indië toe gepreekt.

In De Rode Kimono

[In De Rode Kimono]  
In De rode kimono reist de dertienjarige Erik in 1954 vanaf Sumatra in zijn eentje terug naar Nederland, om daar de middelbare school te gaan bezoeken. Tijdens de reis met passagiersschip de ‘Willem Ruys’ houdt, op verzoek van zijn ouders, de nog jonge, half-Indische mevrouw Vonk een oogje in het zeil. Met haar beleeft Erik zijn eerste seksuele avonturen - Met De rode kimono laat de nu 72-jarige Andriesse zien dat hij nog steeds volop meetelt. Hij is een uitmuntend verteller, met een stijl die uitblinkt door eenvoud en trefzekerheid. Deze roman hoort bij zijn allerbeste werk en verdient een groot publiek. Hopelijk laat nieuw werk nu wat minder lang op zich wachten.

Indisch in beeld

[Indisch in beeld]  
klik met de muis op het logo en reis naar de Indische Google van Nelly en Boeroeng

2013 Buitenkampers

[2013 Buitenkampers]  
Film over de verzwegen geschiedenis van Nederlands-Indië 1942-1949. Na bijna 70 jaar wordt dit zwijgen door de betrokkenen doorbroken.

Asta's ogen

[Asta's ogen]  
Asta’s ogen is het verhaal van een gewone, maar daardoor misschien wel exemplarische familie van Indische Nederlanders, die in 1955 vanuit Soerabaja naar Nederland vertrekt. Terwijl Asta Hoyer in het voormalige Indië een welvarend leven leidde met een groot huis en bediendes, komt ze hier met haar moeder en zeven kinderen terecht in een pension in het Brabantse Oss, een industriestadje waar men op klompen loopt en nog nauwelijks ‘zwarte’ mensen heeft gezien. Van een warm welkom is geen sprake, maar Asta is vastberaden: ze gaan het redden in Nederland. Ze moeten ook wel, want er is geen weg terug.

Shigeru Sato

[Shigeru Sato]  
For the conquered people being brutalized and tormented by foreign invaders whose language they did not comprehend was a harrowing experience both physically and psychologically. Moreover, those tormentors were often invisible, as they rarely came inside of the internment camps. This experience has prevented the victims of the war from trying to understand their oppressors. What is there to understand about those savages anyway? So, instead of trying to understand, they often caricatured, demonized, and dehumanized their tormentors, or simply labeled them as “Japs”, “fascists”, or “yellow monkeys”, and represented them like alien space invaders with no human face. Here again people remembered, without understanding. Please don’t imagine that I am asking you to try to understand the Japanese with more sympathy. No, I am not doing that. Let me tell you that the Japanese people have not tried to understand the Dutch or the Indonesian people either.

Javapost.nl

[Javapost.nl]  
Verhalen over Nederlands-Indië

allebewijzen@gmail.com. Mogelijk gemaakt door Blogger.

klik op deze link voor volledig representatieve informatie over voormalig Ned. Indie.

///

 

Indië, zoals het was

Geplaatst op 8 juni 2017door buitenzorg

In 1956 verscheen van Menno van Meeteren Brouwer het schetsboek “Nederlands-Indië zoals het was”. Zo´n titel verkoopt natuurlijk, zeker als de doelgroep bestaat uit personen die net uit Indië zijn vertrokken en nog graag aan hun geboortegrond terugdenken. In de inleiding schreef hij: “Ik hoop dat mijn oude vrienden en bekenden uit die dagen, aan wie ik deze uitgave opdraag, door deze momentjes nog even herinnerd mogen worden aan hun goeden Indischen tijd, aan ´zoals het was´.”

Indië zoals het was? Leo Eland: dorp aan het Tobameer, 1920.

 

Natuurlijk verbeeldden de schetsen van Van Meeteren Brouwer niet Indië zoals het was, maar meer zoals hij, en anderen, het zagen, of, misschien nog beter gezegd: zoals ze het wílden zien.

Maakt het wat uit als we de werkelijkheid een beetje aanpassen? Bij de schilderijen van Leo Eland stellen we ons die vraag niet eens, want ze zijn, zoals de Fransen zouden zeggen, pour le plaisir des yeux, voor het genot om te kijken. En we weten dat Eland meer op zoek was naar de schoonheid dan naar de ethiek.
Bij andere afbeeldingen is echter niet altijd even duidelijk wáár we naar kijken, en speelt vooral de selectie een rol. Het is maar net welke afbeeldingen we graag willen behouden, en waar we regelmatig naar teruggrijpen.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 22 reacties

´Men kent ze wel, die Indische gezinnen in Den Haag´

Geplaatst op 2 juni 2017door buitenzorg

Op 19 juli 1935 verscheen, onder de titel “Aanpassen of onveranderd blijven? Hoe de Hollander in Indië leeft”, in Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië een artikel over de voor- en nadelen van aanpassing van de (blanke) Nederlander aan Indische gewoonten. Een vergelijking met de Britse benadering blijkt leerzaam.

Europese vrouw met baboe en kind in Den Haag

´Het is een onmiskenbaar feit dat de Nederlander die na een Indische carrière repatrieert, zich van het moederland verre vervreemd voelt. Zijn verloven waren te kort, om zich van deze vervreemding rekenschap te geven, vaak ook weigerde hij, zich het gevoel te realiseren, luchtig denkend, dat het wel wennen zou als hij weer voorgoed in Holland was. Doch als het eenmaal zover is, als de begeerde tijd is aangebroken dat men voorgoed leven gaat in de omgeving die het vertrouwde middelpunt van zovele gesprekken was en waaraan te denken genezing gaf in uren van neerslachtigheid, komt de desillusie. De familie, de benden en kennissen van vroeger, die het kleine land niet verlaten hebben, zij zijn mensen geworden, met wie men slechts weinig gemeen heeft. Men vindt Nederland klein, benepen en ongastvrij, hoezeer er nuances in – zelfs uitzonderingen op – die depreciatie mogelijk zijn. Men verademt als men oud-Indischgasten ontmoet, kliekt weldra met hen bij elkaar, spreekt met weemoed van het goede land en gaat allengs de oude Indische levenswijze volgen: thuis in pyjama lopen, vroeg op, een borrel om 12 uur, ´s middags slapen, liefst een baboe als er kinderen zijn. Men kent ze wel, die Indische gezinnen in Den Haag.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 26 reacties

Op zoek naar herkenning

Geplaatst op 31 mei 2017door buitenzorg

De transformatie van het bergdorp Poedjon/Pujon

Het boven Malang gelegen bergdorp Pujon heeft veel geleden tijdens de oorlog. Zó veel dat alleen een zeer geoefend oog nog de restanten ziet van wat het ooit moet zijn geweest. Jan Somers neemt ons mee naar het dorp van zijn grootouders en gaat op zoek…

Malang, op weg naar Pujon. Op de achtergrond de Arjuno.

Door Jan Somers

Bewoners van Soerabaja die de hitte wilden ontvluchten gingen ‘naar boven’. Favoriet waren  de bergdorpen boven Malang: Batoe, Poenten en Poedjon. Naar Malang was er een goede treinverbinding, en verder met bus of goedkope taxi.

Batoe was een druk vakantiedorp, met Poenten en de uitspanning Selekta als uitloop. Batoe had veel tuinbouw, en een beginnende teelt van appels. Ik kan me het landgoed van een rijke autohandelaar herinneren. Een groot complex met kampeerfaciliteiten voor de padvinderij. Van zo’n kampeervakantie kan ik me herinneren dat we bij slecht weer uitweken naar een groot logeergebouw. Op dat terrein had hij ook een katholieke kerk voor de inwoners, waarvoor hij een priester betaalde. Hij scheen ook veel geld te doneren aan de katholieke kerk; in Soerabaja was ik misdienaar toen hij een hoge pauselijke onderscheiding kreeg.
Ook Herman Bussemaker, de bekende historicus, had hier zijn wortels. Hij was weliswaar geboren in Soerabaja, maar verbleef tijdens de Japanse bezetting op de sinaasappelonderneming van zijn ouders boven Batoe.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 10 reacties

Onvrede over lopend onderzoek naar geweld in Nederlands-Indië

Geplaatst op 28 mei 2017door buitenzorg

Er is onvrede over het onafhankelijke onderzoek naar standrechtelijke executies in de jaren veertig door het Nederlandse leger in Zuid-Sulawesi. Dat zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die spreekt namens nabestaanden die een claim hebben ingediend tegen de Nederlandse staat. Het onderzoek is onder meer vertraagd.

Nederlandse militairen in Indië

X

Deskundige Robert Cribb was in januari 2016 door de rechtbank in Den Haag aangesteld om het onderzoek te leiden. Cribb moest onder meer kijken of er op erevelden op Sulawesi behalve slachtoffers van standrechtelijke executies ook gesneuvelden kunnen liggen van de ‘gewone’ strijd in het voormalig Nederlands-Indië. Dat is belangrijk voor de beoordeling van de claims. Door de executies in ’46-’47 in Zuid-Sulawesi kwamen zeker 3500 mannen om.

Het rapport had in december klaar moeten zijn, maar na zijn aanstelling liet Cribb niet veel meer van zich horen. Toen het rapport er in december nog steeds niet was en Cribb ook niet liet weten hoe het ermee stond, is volgens Zegveld zelfs gekeken naar een alternatief voor hem.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 39 reacties

Kòdi de karbouwenhoeder

Geplaatst op 26 mei 2017door buitenzorg

In september 1949, enkele maanden voor de soevereiniteitsoverdracht, verscheen onderstaand verhaal in de Nieuwe Courant. Een kinderverhaal, of méér dan dat? Met een beetje goede wil lezen we hier van een volk dat op zijn eigen benen probeert te staan, en belooft geen sawah´s meer te vertrappen. De schrijver is onbekend; één keer is sprake van een ik-figuur die – zich enigszins schuldigvoelend – aan de drijfjacht had deelgenomen…

“Mensen, laat alsjeblieft mijn kudde ongestoord de rivier oversteken!”

X

´Meer dan dertig jaren geleden zwierven er in de rimboe bij Fort van der Capellen verwilderde karbouwen rond, die veel schade toebrachten aan de sawahs en de tuinen der bewoners van die streken. Zelfs vielen ze soms op eenzame boswegen mensen aan, die naar de pasar trokken. Die kudde verwilderde buffels was gegroeid uit enige karbouwen, die op de een of andere wijze verwilderd waren en aan een negrihoofd toebehoorden. Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 2 reacties

Een moord uit passie

Geplaatst op 24 mei 2017door buitenzorg

Door Vilan van de Loo

Op 23 mei 1923 raakte Klaas Brugman buiten zichzelf van jaloezie. Met een klewang sloeg hij in op zijn huishoudster Malina. De buurvrouw hoorde haar roepen: “Adoe Klaas, adoe Klaas, mag niet!”

Malina was dood. Vermoord. Door wie, daarover bestond geen enkele twijfel. Klaas Brugman, van beroep portier bij de Havenwerken te Tandjong Priok, had de klewang in huis gehad en die noodlottige dag in zijn hand. Maar het waarom van de moord leek een andere kwestie. Was Klaas misschien ook een slachtoffer en zo ja, van wie of wat?

Havenwerken Tandjoeng Priok

De Indische kranten smulden van het verhaal: liefde, jaloezie, hartstocht en dan die fatale afloop. Het was een geweldig rechtbankdrama, met een verrassend einde.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 1 reactie

Duizend helden

Geplaatst op 22 mei 2017door buitenzorg

Geschiedschrijving wordt vaak minder gevoed door de feiten dan door politieke belangen. In dit opzicht verschillen Nederland en Indonesië niet zo erg van elkaar. Is dit erg? Nee, zolang we dit besef maar niet uit het oog verliezen…

Het monument, ingeklemd tussen eetstalletjes.

Door Bert Immerzeel

Even ten westen van Jakarta, in de gemeente Serpong, vinden we een monument zó aandoenlijk, dat het verhaal daarvan niet onvermeld mag blijven. Op een piramidevormig bouwsel, ingeklemd tussen eetstalletjes, lezen we: “Tugu Peringatan Proklamasi 17 Agustus 1945. Didirikan Djam 6 Petang. Tanggal 27 Desember 1949 (5 Maulud 1369). Rakjat Serpong”, oftewel “Gedenkteken proklamatie onafhankelijkheid 17 augustus 1945. Onthuld 27 december 1949, 18.00 uur (geboortejaar Mohammed 1369). Volk van Serpong.”

Uit dank voor de proclamatie werd door de bevolking van Serpong dus dit monument gemetseld, op de dag van de soevereiniteitsoverdracht. De plaats is bijzonder: juist daar waar het bouwsel werd opgericht, woedde in 1946 een kleine veldslag tussen Nederlandse militairen en strijders van de Laskar Rakjat, de volksmilitie, een strijd die tenminste 150 Indonesiërs het leven kostte.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 6 reacties

Ons beeld van de pemoeda

Geplaatst op 17 mei 2017door buitenzorg

In 2007 promoveerde Mary van Delden met een dissertatie over de republikeinse kampen. Deze studie laat zien dat we wellicht op een andere manier naar het gijzelaarsaspect moeten kijken en dat bij de interneringen en evacuaties sprake was van enige ‘orde in de chaos’. Daarnaast bestaan andere misvattingen over de Bersiapperiode. Zo kunnen bijvoorbeeld vragen worden gesteld bij ons beeld van de pemoeda, de Indonesische vrijheidsstrijders.

Veel Indonesische jongeren kregen hun militaire training in de Japanse periode, 1942-1945

Door Mary van Delden

Het beeld van de pemoeda in de Nederlandse literatuur is uiterst negatief: alle pemoeda waren gewelddadig, ongeorganiseerd en ongedisciplineerd. Natuurlijk toont de Bersiapperiode aan dat tal van pemoeda misbruik maakten van de ‘Merdeka’ (vrijheid) om hun gewelddadige gang te gaan. Aan de andere kant echter waren er dankzij Japanse opleidingen wel degelijk gedisciplineerde en georganiseerde pemoeda.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 70 reacties

Het weerzien met Anton

Geplaatst op 16 mei 2017door buitenzorg

Zwemlessen in Tjihampelas, de vlucht naar een beschermingskamp en het weerzien met een oude vriend in Bandoeng/Bandung: Ami Emanuel vertelt.

Door Ami Emanuel

Ami Emanuel, ca. 1950

Op een goede dag, ergens medio 1944, kwam een zekere Anton Matulessy bij ons binnenwaaien. Anton was die dag uit de Soekamiskin gevangenis vrijgelaten. Een medegevangene, oom Henk Matulessija, had Anton aangeraden bij ons onderdak te zoeken.

‘Ons’ was onze woning in Bandoeng op Kebon Djoekoet 11, van tante Ootje Berhitoe, oudste zuster van moederskant, waar wij na de Japanse inval uit Buitenzorg naar toe waren verhuisd om zo gezamenlijk bezetting en oorlog door te komen.

Anton, ongeveer 20 jaar oud, bleek een ‘oud-Steurtje’ te zijn, dat wil zeggen een voormalig kind van het bekende Protestants kindertehuis van Pa van der Steur in Magelang. Waarom hij door de Japanners was gevangen genomen heeft hij nooit verteld.

Dit ‘binnenwaaien’ was ons niet geheel onbekend. Enige tijd daarvoor was ene Aadje Runtuwene al enige dagen bij ons wezen logeren, onderweg van de olievelden van Pladjoe naar Australië. Dat reisdoel was te hoog gegrepen. Nadat hij zich in Soerabaja had aangesloten bij een verzetsgroep, werd hij door de Kenpeitai gevangen genomen en ter dood gebracht.

Het zwembad Tjihampelas, Bandoeng (TM-60017144)

Voor mij als 13-jarige puber bleek deze binnenvallende Anton een waardevolle pedagoog. Gedurende de wandeling ‘s zondags naar zwembad Tjihampelas mocht ik van Anton menig opvoedkundig advies ontvangen, een ervaren ‘Steurtje’ waardig. Hij was degene die mij heeft leren zwemmen toen de Nederlandse scholen gesloten waren en alles wat het leren waard was, werd aangegrepen.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 12 reacties

Bij de moord op een jonge controleur

Geplaatst op 14 mei 2017door buitenzorg

Moord op controleur De Kat Angelino in 1919 op verschillende wijzen herdacht

“Per gouvernementsvaartuig ´Zwaluw´ zullen, naar onze correspondent te Menado seint, de resident van Menado, beide assistenten-resident en de commandant van de gewapende politie naar Saloempagan in Toli-Toli vertrekken, alwaar de onthulling zal plaats vinden van een monument ter nagedachtenis van wijlen controleur De Kat Angelino, die aldaar op 5 Juni 1919 werd vermoord.”

Saloempaga aan noordkust van Celebes

Aldus het Soerabaijasch Handelsblad van 13 februari 1932. Een paar dagen later verscheen een verslag van de gebeurtenis in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië:
“Op de 18de Februari liet de Zwaluw haar anker vallen voor Salampagam, waarop kort daarna de motorboot werd gestreken waarmede Resident Van Aken, vergezeld van de beide assistent-residenten van Menado, de heren Oberman en Bruggeman, de assistent-residenten van Gorontalo en Donggala, de gezaghebber van Toli-Toli, de divisie-commandant van de gewapende politie, het hoofd van de politieke recherche en de commandant van de Zwaluw zich aan wal zou begeven, gevolgd door de vlet, die de meegenomen kransen aan boord had.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 6 reacties

´Ik hoop dat je begrijpt, dat ik dit moest doen´

Geplaatst op 27 april 2017door buitenzorg

Het verzet van Victor Makatita tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland

Molukse jongere in vooroorlogs Nederland, talent van voetbalvereniging Quick, koerier in het verzet tegen de Duitsers, en ´Engelandvaarder´: Victor Makatita had veel in zich, maar moest dat met de dood bekopen. Zijn oude ´clubmaat´ Ron Habiboe doet verslag.

Door Ron Habiboe

Victor Maachathieten

Toen ik 15 jaar oud was voetbalde ik bij de Haagse voetbalvereniging Quick, die toen juist 75 jaar bestond en een jubileumboek uitgaf. Met name een speciale foto in het boek trok mijn aandacht. Onder de foto stond de naam: Victor Makatita. De tekst boven de foto luidde: 9 april 1942. Zij die ons ontvielen.
Ik was destijds meer geïnteresseerd in de nieuwste Adidas voetbalschoenen en in mijn 16e verjaardag, de dag dat ik zelf een brommer mocht besturen. Het gedenkboek zelf heb ik niet meer, maar de foto heb ik destijds eruit gescheurd en bewaard, omdat het gezicht mij bekend voorkwam.
Jaren later werd ik meer en meer nieuwsgierig naar deze Victor Makatita. Ik ging op zoek en dit is uitgemond in een jarenlang onderzoek naar de geschiedenis van Molukkers in Den Haag. Wie was Victor Makatita?   Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 16 reacties

Het Wilhelmus ondergronds

Geplaatst op 27 april 2017door buitenzorg

“Er is misschien niets, dat een volk beter typeert, dan de keuze en de wijze van viering van de nationale feestdagen. Voor de meeste landen zijn het glorierijke, beslissende momenten in de historie, die vorm hebben gegeven aan het nationale wezen. Het is echter niet toevallig dat de belangrijkste Nederlandse feestdag een verjaardag is, de verjaardag van een vrouw, die als Koningin en Oranje-vorstin méér is dan alleen maar staatshoofd, die Moeder is van Haar volk, en dat de viering van deze dag het karakter heeft van een familiefeest. ”

Oranjebal Sitoebondo, 1923

De omschrijving is afkomstig uit het programmaboekje ter gelegenheid van Koninginnedag 1952 in Soerabaja. Feesten kónden ze in Nederlands-Indië! Voor de blanke bevolking was het dansen en sjansen in de soos het ultieme medicijn tegen alles wat een verblijf in de tropen onaangenaam maakte, en voor de Indo-Europeanen de gelegenheid bij uitstek te netwerken.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 22 reacties

´Joyce in Lunteren, 1956´

Geplaatst op 25 april 2017door buitenzorg

Bij het reconstrueren van de geschiedenis maken we soms fouten, dat is onvermijdelijk. Als we echter allen onze verantwoordelijkheid nemen, kunnen we veel leed voorkomen.

Door Bert Immerzeel 

H. van Zanten: NIET

Het is alweer lang geleden dat ik samen met enkele collega´s een boek uitbracht over het verzet in Nederlands-Indië. Het staat nog steeds zichtbaar in mijn boekenkast, en ik gebruik het regelmatig voor de beantwoording van allerlei vragen. Hoe nuttig deze publicatie ook was, er kleeft een smet aan. Voor anderen misschien onzichtbaar, voor mij lastig te accepteren.

De publicatie was nog nauwelijks in de verkoop, of ik kreeg een brief van baronesse Johanna van Imhoff-van der Hoeven, waarin zij zich beklaagde over het feit dat wij daarin een verkeerde foto hadden gebruikt van haar eerste echtgenoot, de tijdens de oorlog geëxecuteerde eerste luitenant van het Korps Marechaussee van Atjeh, H. van Zanten. “Ik was zeer getroffen, daar het de zoveelste keer is dat deze vergissing gemaakt wordt”, schreef ze, boos en verdrietig.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 3 reacties

´En uw man was nog wel officier!´

Geplaatst op 21 april 2017door buitenzorg

Het verhaal van Kenpeitai-spionne nr. 30: Wilhelmina van Kooten

Wilhelmina van Kooten

Op 28 november 1946 meldde Het Dagblad in Batavia dat een beruchte Kenpeitai-informante was gearresteerd. Het betrof Wilhelmina van Kooten, ook wel bekend als “spionne nummer 30”. Zij werd beschuldigd van het feit dat door haar activiteiten tenminste 15 personen zouden zijn overleden, “onder wie de heer Gerritsen, de oude heer Van Polanen Petel, de jonge Hoetjer en kapitein De Lange”, terwijl honderden loyale Bandoengers door haar toedoen in de handen waren gevallen van de Kenpeitai of P.I.D. en op onmenselijke wijze waren mishandeld. De reikwijdte van haar activiteiten was nog niet geheel bekend, reden waarom het blad enkele dagen later een beroep deed op het publiek: “Degenen, die nadere bijzonderheden weten over de verrichtingen van deze dame, wordt verzocht zich in verbinding te willen stellen met het parket van den auditeur-militair, Molenvliet West 15 alhier.” Het nader onderzoek kon beginnen.  Lees verder →

Geplaatst in 9. Java Post | 17 reacties